Organisator

Waar gaat het om bij de rol van Organisator?

In de rol van Organisator werkt de Mbo-Verpleegkundige in verschillende sectoren van de zorg. Zij is ondernemend en initiatiefrijk. Zij coördineert de zorg, waarvoor zij verantwoordelijk is, van zorgvragers en draagt zorg voor de randvoorwaarden en prioriteiten binnen de werkzaamheden.

 

Bij deze rol horen 2 werkprocessen: 

  • B1-K1-W6: Organiseert en coördineert de zorgverlening van de zorgvragers. 
  • B1-K1-W7: Reageert op onvoorziene - en crisissituaties 


Lees verder voor de uitleg van deze werkprocessen! 



B1-K1-W6 Organiseert en coördineert de zorgverlening van de zorgvragers

Omschrijving[1]

De beginnend beroepsbeoefenaar organiseert en verleent zorg aan de individuele zorgvrager conform visie en beleid van de organisatie. Zij maakt een planning en verdeelt de werkzaamheden. Zij draagt zorg voor randvoorwaarden en bepaalt de prioriteiten binnen de werkzaamheden. Ze stemt de zorgverlening af met de zorgvragers, het sociale netwerk, collega’s en andere deskundigen. Zij consulteert zo nodig andere deskundigen of verwijst naar hen. Ze ziet toe op de uitvoering en continuïteit in de zorgverlening aan de zorgvrager, ook op de zorg die buiten de eigen organisatie plaatsvindt. Ze past haar beleid of aanpak aan als uit nieuwe informatie en/of onverwachte reacties of  situaties blijkt dat dit nodig is.


Gedrag

De beginnend beroepsbeoefenaar:

  • plant in een logische volgorde de werkzaamheden;
  • organiseert tijdig de benodigde capaciteit voor de werkzaamheden;
  • zorgt ervoor dat ieders rol in het team helder is en optimaal wordt afgestemd en ingezet;
  • overlegt tijdig en duidelijk over gemaakte zorgafspraken;
  • zorgt voor duidelijke en relevantie informatie voor collega’s en het sociale netwerk;
  • zet materialen, middelen en/of apparatuur effectief en kostenbewust in bij de zorgverlening;
  • bewaakt effectief de voortgang van de werkzaamheden.


Vakken waarbij aan deze competentie gewerkt wordt:

  • Plannen van zorg 3
  •  Klinisch redeneren


B1-K1-W7: Reageert op onvoorziene - en crisissituaties

Omschrijving[1]

De beginnend beroepsbeoefenaar signaleert en onderneemt actie bij onvoorziene situaties en crisissituaties die het gevolg zijn van gedragsproblemen, problemen van somatische aard, grensoverschrijdend gedrag of veroorzaakt worden door calamiteiten of door ziekte. Zij voert preventieve acties uit die gericht zijn op het voorkomen van een crisissituatie en verdere escalatie. Zij schat het gevaar voor de zorgvrager, zichzelf en anderen in en grijpt indien nodig in volgens afspraken in het plan en de richtlijnen van de organisatie. Hierbij houdt zij de veiligheid van de zorgvrager, betrokkenen en zichzelf in de gaten. Indien nodig roept zij de hulp in van collega’s of deskundige(n) van andere disciplines. Tijdens een crisissituatie blijft zij in contact met de zorgvrager. Achteraf evalueert zij de crisissituatie met de zorgvrager, collega’s en betrokkenen, en maakt zo nodig afspraken om herhaling te voorkomen.


Gedrag

De beginnend beroepsbeoefenaar:

  • let goed op de (non-)verbale signalen van de zorgvrager(s);
  • signaleert tijdig of er sprake is van gevaar voor de zorgvrager, de groep, collega’s en/of zichzelf;
  • communiceert, ook in onduidelijke of stressvolle situaties, helder en eenduidig met anderen;
  • handelt in crisissituaties snel en adequaat op basis van klinisch redeneren, volgens de voorgeschreven procedures,
  • wettelijke richtlijnen en afspraken van de organisatie;
  • hanteert consequent professionele grenzen en haar eigen grenzen en gevoelens tijdens en na de crisissituatie;
  • bespreekt achteraf op een constructieve manier met zorgvrager(s), collega’s en andere betrokkenen de crisissituatie.


Vakken waarbij aan deze competentie gewerkt wordt:

  • Omgaan met onvoorziene- en crisissituaties
  •  Klinisch redeneren


[1] Kwalificatiedossier mbo MBO-Verpleegkundige Crebonr. 23267. Versie 2020

Naar boven
/var/www/bib-verpleegkundige-davinci.learningmatters.nl